“Reisverslag Detroit” – GO.nu

Detroit was en is autostad nummer 1 in Amerika. Vanaf het moment dat Henri Ford er begon met het maken van zijn auto’s, gevolgd door General Motors (GM) groeide de stad in rap tempo uit tot een ‘economic powerhouse’. Zoals de documentaire uit 1965 “The Last Glory Days of Detroit” laat zien was het een stad van ‘prosperity’ en zou het dat ook blijven. Iedere burger kon hier zijn of haar ‘American dream’ waar maken, een auto om je te verplaatsen en een vrijstaande villa om in te wonen. Voorbeelden van deze glorietijd zijn vereeuwigd in schitterende gebouwen zoals de Fisher en de Guardian building. Die werkelijkheid van de eerste helft van de 20ste eeuw is niet meer, Detroit heeft een ongekende terugval gekregen door een reeks aan gebeurtenissen, waarbij de laatste crisis de stad bijna de nekslag heeft toegebracht. Obama redde General Motors van de ondergang, anders waren de gevolgen misschien wel niet meer te overzien geweest.

De krimp van de stad is enorm. Waar de stad in 1965 nog 2 miljoen mensen telde, is het huidige inwoneraantal krap 700.000. Officieel is 28% werkeloos, maar in werkelijkheid is dat eerder 50-60%. Grote groepen, vooral blanke groepen mensen, zijn in de loop van de tijd verhuisd naar plaatsen in de US waar wel werk is. Door de enorme concurrentie van buitenlandse automerken zoals Toyota werd de Amerikaanse auto minder aantrekkelijk en vooral minder verkocht. Samen met het steeds verder geautomatiseerde productieproces van auto’s leidde dat tot een inkrimping van personeel. Het grootste probleem van Detroit is eigenlijk de focus op een ‘single economy industry’. De invloed van GM in de stad is zelfs zo groot geweest dat een bestaand tramsysteem werd opgedoekt om plaats te maken voor de auto, waardoor iedereen daarvan afhankelijk werd. Ook andere industrieën of sectoren hebben er nooit echt voet aan de grond gekregen, zij stonden allemaal ten dienste van de auto-industrie. De stad zelf is ook zo ingericht en heeft zich ontwikkeld rond verschillende ‘auto plants’. Deze autofabrieken lagen in een soort ketting door de stad verspreid en voorzagen zo’n 30.000 mensen van werk. Daarom heen ontwikkelden zich ‘communities’ aangezien iedereen dicht bij het werk wilde wonen. Toen in een later stadium de fabrieken buiten de stad werden gebouwd werden deze plekken totaal verlaten. De overheid reguleerde deze ontwikkeling niet, maar stimuleerde het zelfs, ‘all for the sake of the auto industry’.

Maar het zijn vooral de ongekende hoeveelheid leegstaande, vervallen en dichtgetimmerde huizen in voorheen ‘thriving communities’ die je met verbazing achterlaten. Deze gebieden liggen door de gehele stad, maar vooral buiten het centrum waarin nog wel enige economische activiteit is, het GM hoofdkantoor zit er nog steeds. Ook zijn de sociale problemen in de stad enorm geworden, nu de vooral arme (zwarte) bewoners achtergebleven zijn. Je moet er zelf geweest zijn om een enigszins objectief oordeel te kunnen vellen, maar neem van mij aan, de problemen en de opgave lijken op het eerste gezicht van bijna onoplosbare aard. Maar welke planning strategie zou nu wel kunnen werken? En vooral waar komen alle noodzakelijke investeringen vandaan om de stad er weer boven op te helpen? Mayor Bing heeft in een [Washington Post artikel][1] alle planners in de wereld opgeroepen om te komen experimenteren met nieuwe concepten om de stad uit de slop te trekken. In zijn ogen is Detroit het walhalla voor nieuwe concepten voor stedelijke ontwikkeling. En ergens heeft hij natuurlijk een punt, vele Westerse steden zullen op den duur een vorm van krimp moeten gaan verwerken, of in iedere geval hun pro-growth’ denken naar beneden gaan bijstellen.

Een strategie om de gevolgen van krimp tegen te gaan wordt verwoord door Detroit’s directeur stadsontwikkeling Marja Winters in een [New York Times artikel][2]. Eigenlijk is het doel de stad op de best mogelijke manier te ‘down-sizen’. Daarin heeft de gemeente als prioriteit aangegeven om de meest vitale buurten te identificeren en te behouden en de minder kansrijke volledig te ‘legen’. Dit is echter makkelijker gezegd dan gedaan, aangezien de gemeente zich niet kan beroepen op het onteigeningsinstrument ‘eminent domain’. Bewoners kunnen niet meer uitgekocht en uitgeplaatst worden voor publieke doelstellingen. Dit proces verloopt dan ook uiterst traag en het is de vraag of het effectief zal blijken. Daarnaast wordt geprobeerd om private investeringen aan te trekken en deze te focussen op bepaalde kansrijke gebieden. Ook deze strategie moet zich nog gaan bewijzen. In de tussentijd vinden er allerlei initiatieven plaats vanuit de bevolking of organisaties zelf. Een strategie die tot de verbeelding spreekt is ‘Urban Farming’ omdat het een integrale benadering kent waarin sociale, fysieke, economische en duurzaamheid doelstellingen samen gaan.

Recovery Park van de SHAR foundation is zo’n Urban Farming ontwikkeling. Deze toekomstige grootschalige agrarische ontwikkeling in Detroit is nu zo’n 3 jaar onderweg. Het project is een initiatief van de non-profit SHAR foundation die zich sinds 1969 gericht heeft op de rehabilitatie van verslaafden en kansarmen. Een onderdeel van hun bedrijfsvoering is de focus op Recovery Park als middel om deze groep mensen uiteindelijk aan een baan te helpen. De focus ligt op vier gebieden: Space, Revenue, Green Economy en Human Capital. Of zoals Gary Wozniak het verwoord als ‘opportunity space’, dus niet ‘development space’. Het project in zijn ogen kan zowel sociale banen opleveren, een economisch export middel worden, fysieke leegstand van gebouwen deels oplossen, en eindelijk eens echt duurzame manier van planning realiseren. Echter, ook deze organisatie is sterk afhankelijk van externe investeringen, en miljoenen dollars zijn nodig voor het project. Niettemin, zijn er gesprekken gaande met diverse (buitenlandse, ja ook Nederlandse) partijen die investeringsmogelijkheden zien in het ‘urban farming concept’. Daarnaast is er gebouwd aan een ongekend netwerk van organisaties die het initiatief steunen. Ook zijn de kenmerken van het geselecteerde gebied en de wensen van de ‘local community’ in kaart gebracht welke onderdeel van een mogelijk ontwerp vormen voor Recovery Park. De tijd zal moeten uitwijzen of een dergelijk grootschalig ‘urban farming’ concept ook realiseerbaar en toekomstbestendig is, maar de voorwaarden worden momenteel wel gecreëerd.

Ondanks deze, of juist dankzij deze misère in de stad, bloeit de ‘street art scene’ als nooit tevoren. De ‘shoe project’ van Tyree Guyton in central downtown is een kleurige transformatie van de harde realiteit in Detroit, tienduizenden schoenen symboliseren de uittocht van Detroiters. In de verlaten straten van de stad doet het project echter maf aan, en geeft het een soort relativering, beweging en speelsheid, alsof het wil zeggen: “Life’s a journey.” Ook het bekendere Heidelberg project, waar Guyton een complete straat heeft getransformeerd tot een excentrieke verzameling van knuffelbeesten, poppen en winkelwagens is een uiting van relativering en optimisme. Dat is wel wat mij in iedere geval erg opgevallen is in Detroit, de mensen. Er spreekt nog zoveel hoop en optimisme uit de ‘achtergeblevenen’. Velen denken dat het niet veel slechter kan met de stad, en dat er een langzame kentering merkbaar is, namelijk de weg naar boven, en inwoners zijn vaak een goede graadmeter voor zo’n ‘spirit’.

Maar, waar we echter niet achter gekomen zijn is de economische strategie die de stad gaat voeren. Hoe denkt ze de fundamentale problemen aan te pakken zonder een ‘diverse economy’. Zal urban farming dit gat gaan opvullen, ik heb zo mijn twijfels, de problemen in Detroit zijn wel erg groot. Wat we hiervan voor Nederland in ieder geval kunnen leren is dat een diverse economie een randvoorwaarde voor een gezonde stad is. En daarnaast is het urban farming concept wellicht een krimpstrategie voor gebiedsontwikkeling. De kennis basis hiervoor hebben we al lang gelegd in het Westland. Maar wat mij betreft moeten we als gebiedsontwikkelaars Detroit op de voet blijven volgen. Daar is ‘planning history is in the making’, of nog beter, ga er eens heen en ervaar het!

Gebiedsontwikkeling.nu, 23 April 2011, door Erwin Heurkens

In dit blog leest u het verslag van mijn bezoek aan Detroit. Ik bezoek van 16 april t/m 27 mei diverse stedelijke projecten in Amerika. Ik onderzoek met name wat de toepassingsmogelijkheden zijn van Amerikaanse voorbeelden voor de Nederlandse gebiedsontwikkelingspraktijk. Dit doe ik in het kader van de MCD Kennisnetwerk Studiereis en mijn lopende promotieonderzoek voor de afdeling Real Estate & Housing, faculteit Bouwkunde, TU Delft.

http://gebiedsontwikkeling.nu/artikel/424-reisverslag-detroit-erwin-heurkens

Say something

Your email address will not be published. Required fields are marked with a grey bar.

You may use these HTML tags and attributes: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.